Eikenprocessierups

Tussen half april en begin mei komt het oranjeachtig gekleurd jong van de eikenprocessierups uit het eitje. Op dat moment is er nog geen risico op hinder. Rond half mei krijgt de eikenprocessierups 700 000 microscopisch kleine brandharen. Deze heel kleine brandhaartjes zijn een natuurlijk verdedigingsmechanisme en kunnen gemakkelijk de huid, ogen en luchtwegen van mensen binnendringen. De meeste overlast treedt dan ook op in de maanden mei en juni. Vanaf juli verpopt de rups zich in een stevige cocon en groeit ze uit tot een onopvallende grijze nachtvlinder. Hoewel het grootste gevaar dan is geweken, kan het opwaaien van oude brandharen nog tot september voor gezondheidsklachten zorgen. De gezondheidsklachten verdwijnen spontaan na enkele dagen tot weken. Het is belangrijk jouw huid goed met water te wassen en jouw ogen grondig uit te spoelen. Vergeet zeker niet de haren uit jouw kleding te verwijderen door deze met water en zeep te reinigen. Bij ernstige jeuk en irritatie neem je best contact op met jouw huisarts.

Eikenprocessierupsen vormen een specifiek probleem. Ga ze niet zelf te lijf. Het bestuur hanteert hiervoor een gerichte aanpak. Je mag de rupsen en nesten niet aanraken of ze zelf proberen te bestrijden. Gebruik zeker geen insecticiden, want deze bestrijdingsmiddelen kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu. De rupsen wegspuiten met een hogedrukreiniger is eveneens geen goed idee. De brandharen van de rupsen kunnen dan immers via de lucht verspreid geraken. Zie je ergens eikenprocessierupsen? Neem dan zeker contact op met de medewerkers van de dienst omgeving en wonen.